Wat is najaarsverwerpen ook alweer?
Najaarsverwerpen is opbreken in de eerste maand van de dracht zonder verdere ziekteverschijnselen. In de stal kunnen afgekomen vruchtjes en vliezen gezien worden, maar deze verdwijnen vaak snel tussen de roosters. Verder wordt het vooral teruggezien in de technische cijfers als oplopen van het interval-spenen-dekken, meer (onregelmatige) terugkomers en dus een lager drachtpercentage.
Zoals bij velen bekend is de oorzaak van najaarsverwerpen het korter worden van de dagen. Dit is een natuurlijk signaal dat de winter eraan komt en in dit seizoen is het ongunstig om jongen voort te brengen door de koude omgevingstemperatuur en het lage voedselaanbod. Nu geldt dit voor onze gehouden varkens natuurlijk niet, maar ze zijn nog steeds gevoelig voor het natuurlijke signaal.
De hersenen van het varken merken de kortere daglengte op en gaan hierdoor meer van de stof melatonine uitscheiden. Ook een lagere voeropname in periodes met een langere daglichtlengte (zomer) zorgen voor een hoger melatonine niveau. Dit onderdrukt vervolgens de afgifte van LH waardoor eicellen zich minder ontwikkelen. Na de bevruchting ontwikkelt het embryo zich onder invloed van progesteron. Deze stof staat ook onder invloed van LH. Het resultaat van dit alles is embryo’s met een slechtere overlevingskans resulterend in meer kans op opbreken.
Wat kan je eraan doen?
De mate waarin najaarsverwerpen voorkomt op een bedrijf verschilt sterk. Dit heeft ermee te maken dat niet elke zeug even gevoelig is voor dit fenomeen en dat het management en omgevingsfactoren verschillen tussen bedrijven. Er kunnen verschillende maatregelen genomen worden om de effecten van najaarsverwerpen te beperken:
- Controle van daglichtlengte.
- Constant dag – nachtritme voor alle zeugen: 16 uur licht – 8 uur donker.
- Geen verschillen in lichtregime tussen kraamstal, dekstal en dracht.
- Lichthoeveelheid van minimaal 40 lux.
- Controle van omgevingstemperatuur.
- Te hoge temperatuur voorkomen door bijvoorbeeld koeling van de inkomende lucht.
- Grote schommelingen in temperatuur voorkomen. In het najaar groot verschil tussen dag en nacht. Hier de ventilatie op aanpassen om te voorkomen dat er teveel koude lucht naar binnen komt.
- Voermanagement.
- Conditieverlies in de kraamstal zoveel mogelijk beperken. Door driemaal daags te voeren zijn de porties kleiner en is het makkelijker een hoge opname te realiseren.
- Voldoende hoog voerniveau begin dracht. Als richtlijn kan de eerste 10 dagen na dekken maximaal 1,5 keer het onderhoudsniveau aangehouden worden.
- De eerste maand van de dracht minimaal 3 kg voer per dag geven en daarna niet te sterk omlaag gaan.
- Altijd is het belangrijk om stress te voorkomen.
- Verplaatsen van zeugen in de kritieke periode van 5 dagen na dekken tot 1 maand dracht. Daarom zeugen direct na dekken, als de berigheid eraf is, aan de groep toevoegen.
- Voorkom overbezetting van de groepshuisvesting en zorg ervoor dat dieren elkaar uit de weg kunnen gaan.
- Voorkom voerconcurrentie: voldoende eet- en drinkplekken, goed functioneren van voerstations.
Als najaarsverwerpen dit jaar een probleem is op het bedrijf óf als u dit wilt voorkomen, bespreek het dan bij het volgende bezoek met uw begeleidend dierenarts.
Bronnen
Bertoldo, M. J., Holyoake, P. K., Evans, G., & Grupen, C. G. (2012). Seasonal variation in the ovarian function of sows. Reproduction, Fertility and Development, 24(6), 822-834.
De Rensis, F., Ziecik, A. J., & Kirkwood, R. N. (2017). Seasonal infertility in gilts and sows: Aetiology, clinical implications and treatments. Theriogenology, 96, 111-117.
GD Factsheet Risicofactoren Najaarsverwerpen
In Zimmerman, J. J., In Karriker, L. A., In Ramirez, A., In Schwartz, K. J., In Stevenson, G. W., & In Jianqiang, Z. (2019). Diseases of swine.